Popradar Spotlight: Tess Merlot




De eerste keer dat Tess Merlot Jacques Brel hoorde zingen sloeg de bliksem in. Ze vormde de band Tess et les Moutons en honderden shows later is haar doel onveranderd: “de menselijke ziel naar de oppervlakte brengen via het Franse lied.” Ondanks de pandemie heeft Tess dit jaar grote stappen gezet. Ze bereikte de halve finale van het televisieprogramma We Want More, zette een eigen wijn op de markt en bracht afgelopen maand de kerstsingle “Le soir de Noël (Je bois)” uit. Ook nam ze door een geslaagde crowdfunding campagne haar eerste album op, dat niet lang meer op zich zal laten wachten. Wie is deze Haagse Francofiel, wat inspireert haar in het maken van muziek en wat zijn haar plannen voor in de toekomst? 

“Op jonge leeftijd kwam ik al in aanraking met muziek. Toen ik drie was klom ik vaak achter de piano van mijn ouders en probeerde ik liedjes na te spelen of verzon ik ze zelf. De verzinsels hadden natuurlijk nog weinig diepgang, maar het kwam wel vanuit een bepaalde behoefte om te creëren die ander speelgoed niet kon vervullen. Ik mocht al snel op pianoles, wat een geweldige uitlaatklep voor mij was. De ervaring die ik had met muziek als kind trekt zich nog steeds door naar mijn volwassen leven. Muziek is een unieke bezigheid die met niets anders te vergelijken is. 

Voordat ik in het Frans ging schrijven maakte ik Engelstalige muziek. Ik begon in een rockband. We speelden Led Zeppelin, Deep Purple, Rage Against The Machine en Red Hot Chilli Peppers. Er is ergens nog een video te vinden waarin ik als achttienjarige bij een motorclub “Killing In The Name Of” sta te zingen met op de achtergrond het geluid van een ronkende Harley die over zijn toeren gaat. We zijn ook eigen muziek gaan maken onder de naam Dahl. Ook zat ik in de band Belle of Louisville, maar het Franse lied bleef aan me kleven.

Pas twee jaar geleden heb ik het aangedurfd in het Frans te schrijven. Het Franse lied staat voor mij op een hoog voetstuk en is met niets anders te vergelijken. Dat heeft te maken met de taal, maar ook met een bepaalde nostalgie die erin doorklinkt. Het heeft ook een bijna ongrijpbare, natuurlijke kwaliteit. Daar durfde ik niet tegenop te boksen met mijn eigen muziek. Het zou nooit in de buurt komen van grootheden als Jean Ferrat of Edith Piaf, vond ik. 

Toen ik in Parijs was kwam er tijdens een wandeling een super catchy melodie in me op met tekst in het Frans. Ik vroeg mezelf gelijk af of ik het zou durven uitbrengen. De melodie bleef me maar achtervolgen en ging onmogelijk uit mijn hoofd, wat ik altijd een teken vind van een sterke song. Ik heb mezelf er toch toe kunnen zetten het liedje uit te brengen en het werd mijn eerste single “Mon Paris”. Sindsdien opende zich een vat met ideeën waarin ik genoeg vertrouwen had om ze uit te werken. Ik denk dat het goed is geweest dat het een tijd heeft geduurd voordat ik mijn eerste eigen chanson naar buiten bracht, omdat ik me nu echt zeker voel over mijn eigen liedjes.

Het is belangrijk dat je achter de liedjes staat die je uitbrengt en er trots op kan zijn. Dat is de enige manier waarop je je eigen muziek volledig kan omarmen en promoten. Ik breek een lans voor het gek promoten van iets waar je gewoon hard voor hebt gewerkt. Dan heb je ook de meeste kans om de mensen te bereiken die je muziek te tof zullen vinden. Toen ik Franstalige muziek begon te maken dacht ik dat niemand daar op zat te wachten, maar op een gegeven moment moet je toch te werk gaan met de attitude “nee fuck it, ik weet gewoon zeker dat er mensen zijn die dit vet vinden”. Ik maak dit voor mezelf en voor de mensen die er enthousiast over zijn, de rest mag het lekker laten voor wat het is. Mijn omgeving reageerde veel enthousiaster op mijn nieuwe richting dan ik voor mogelijk had gehouden.

Ik ben nog lang niet uitgeschreven in het Frans. Ik weet nu wat er allemaal mogelijk is in het schrijven binnen dit genre en dat geeft me vertrouwen voor de toekomst. De release van mijn eerste album is een grote mijlpaal. Ook staat er komende lente nog een tournee met Michael Varenkamp langs achtentwintig theaters op de planning, die eigenlijk dit najaar plaats zou vinden. Dat is iets wat altijd al op mijn bucketlist stond. Het lijkt me geweldig om ook in Frankrijk te gaan spelen. Dan is de cirkel rond. De reacties van Franstaligen zijn vaak overweldigend; ze vinden het fantastisch dat ik aan de haal ga met de legacy van hun artiesten. Een andere droom van mij is om een show met Het Residentie Orkest te doen. 

Een eigenschap van mezelf waar ik blij mee ben, maar wat ook gelijk mijn valkuil is, is dat ik een workaholic ben. Ik plan het liefste mijn dagen helemaal vol zonder te polsen of mij dat ook daadwerkelijk gelukkig maakt. Ik weet dat ik daarmee moet oppassen, maar er is zoveel te doen. Alle kansen die onze generatie vandaag de dag heeft, zijn verworven vanuit het harde werk dat onze voorouders hebben geleverd in het verleden. Dat geeft mij nu het gevoel dat ik alle mogelijkheden die op mijn pad komen ook moet pakken.  

Buiten muziek om hou ik enorm van tekst en ben ik een grote lezer. Boekenwinkels zijn mijn kerken. Ik heb een baan als PR-adviseur, waarbij ik mensen help bij het verbeteren van hun naamsbekendheid. In die baan ben ik veel bezig met tekst, maar op een heel andere manier dan tekst binnen muziek. Deze afwisseling bevalt mij. Het geeft mij weer energie om met mijn muziek aan de slag te gaan. Van jongs af aan achtervolgde het woord mij al. Misschien schrijf ik ooit nog wel een roman. Dat zou zomaar een doel van me kunnen worden in de toekomst. Die schrijf ik er even bij op mijn bucketlist..."

Luister hier naar de muziek die Tess Merlot inspireert.